Billenkoek voor Victoria ’28 D2
Zondag, 23 november, 2014Er zijn van die wedstrijden die je het liefst meteen zou willen vergeten. Dit was er één van. De tegenstander bleek in alle opzichten een maatje te groot.
Er zijn van die wedstrijden die je het liefst meteen zou willen vergeten. Dit was er één van. De tegenstander bleek in alle opzichten een maatje te groot.
“De beuk erin, en goed ook…’’, dat moeten de spelers van Victoria '28 D2 gedacht hebben toen ze zich in het groen wit hesen. En dat is precies wat ze deden. De mannen van Guus Hiddink hadden er een voorbeeld aan kunnen nemen.
Ai, ai, ai, wat zaten we ons aan de zijlijn te verbijten. Vol goede moed na de opgaande lijn van de afgelopen weken, wisten we niet wat er voor onze ogen gebeurde. Of eigenlijk… niet gebeurde. De hele wedstrijd werd er gevoetbald als natte, oude kranten.
We vielen bijkans van ons stokje. Waren we gewend dat onze voetbalhelden toch eerst rustig wakker moesten worden, zat de bal in minder dan een minuut al in de touwen. Avanti kreeg te maken met een D2 nieuwe stijl.
De trainer kon het niet geloven. Was het hoge niveau, wat de spelers op de trainingen al weken laten zien, nu eindelijk toch doorgetrokken naar de wedstrijd? We zagen de oefenmeester regelmatig vol verbazing in zijn ogen wrijven.
Alsof de tegenstander wist dat ze in de eerste minuten moesten toeslaan om de wedstrijd te kunnen winnen. Wakker aan de start beginnen is namelijk niet bepaald de specialiteit van de groen witte D2 brigade. Maar eenmaal op dreef deed tegenstander Bon Boys het regelmatig in hun broek.
De nervositeit was voelbaar. De spanning was om te snijden. De eerste echte krachtmeting van het seizoen. Het leverde bij menig speler slappe knietjes op. En bij het inspelen hadden de spelers al stiekem gezien dat het geen makkie zou worden.
De verwachtingen over het oefenduel tegen V.V. Buurse waren vooraf niet al te hoog gespannen. Hoe zou het gaan? Zou er goed samengewerkt worden? Zouden de spelers elkaar kunnen vinden? Zouden we van de mat gespeeld worden? Konden we het wel volhouden op zo’n groot veld?